-
1 iets veilig opbergen
iets veilig opbergenmettre qc. en lieu sûr————————iets veilig opbergenmettre qc. en lieu sûr -
2 iets veilig opbergen
iets veilig opbergen————————iets veilig opbergenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets veilig opbergen
-
3 veilig
♦voorbeelden:1 iets veilig opbergen • mettre qc. en lieu sûriets veilig stellen • mettre qc. à l'abriachter die borstwering stonden wij veilig • derrière ce parapet, nous étions à l'abriveilig thuiskomen • bien rentrer (à la maison)niets is voor hem veilig • il est touche-à-touteen wapen op veilig zetten • mettre une arme à la sûreté -
4 veilig
♦voorbeelden:1 veilig verkeer • ±road safetyiets veilig opbergen • put something in a safe placezijn toekomst veilig stellen • provide for the futurede toekomst van een bedrijf veilig stellen • guarantee the future of a companyveilig thuiskomen • return home safe(ly)veilig en wel • safe and soundhet sein op veilig stellen • give the green light -
5 opbergen
♦voorbeelden:iets veilig opbergen • put something (away) in a safe place(in een map) opbergen • file (away) -
6 opbergen
-
7 shut
adj. dicht--------v. sluiten, op slot doen; dichtdoen; dicht maken; dichtdoen ("een oogje dichtdoen"); sluiten (oren)shut1[ sjut] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————shut21 sluiten ⇒ dichtgaan, dichtslaan/klappen; 〈 figuurlijk〉 stopgezet worden 〈 bijvoorbeeld bedrijf〉, dicht/toe zijn♦voorbeelden:the door shuts badly • de deur sluit niet goedthe factory shuts down for a fortnight this summer • de fabriek gaat van de zomer twee weken dichtthe door shuts to • de deur gaat helemaal dicht→ shut up shut up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 sluiten ⇒ dichtdoen, dichtslaan/klappen/draaien♦voorbeelden:shut one's eyes/ears/mind to something • iets niet willen zien/horen/wetenshut in by mountains • door bergen ingeslotenshut off the water/gas • het water/gas afsluitenlive shut off from society • van de maatschappij afgezonderd levenshut the door to • de deur (pot)dicht doenshut out of • de toegang ontzeggen totshut someone into a room • iemand in een kamer opsluiten→ shut up shut up/ -
8 shut something away
shut something away -
9 lieu
〈m.〉1 plaats ⇒ plek, oord♦voorbeelden:1 lieux d'aisances • gemak, wclieu de passage • plaats waar veel mensen langskomenl'usage des lieux • het gebruik van de streeken haut lieu • in hooggeplaatste kringenmauvais lieu • huis van ontuchtlieux proches, voisins • omgeving, omstrekenlieu public • openbare weg, gelegenheidlieu saint • heiligdom, tempel, kerkmettre qc. en lieu sûr • iets veilig opbergen, achter slot en grendel stoppenmettre qn. en lieu sûr • iemand in veiligheid brengens'il y a lieu • als daar reden toe isavoir lieu • plaats hebben, gebeurenelle me tenait lieu de tout • zij was alles voor metenir lieu de • vervangen, de plaats innemen vanau lieu de • in plaats vanen tous lieux • overalen son lieu • op zijn beurten lieu et place de qn. • rechtens iemandse rendre sur les lieux • zich naar de plaats van het ongeval, het misdrijf begevensur les lieux • ter plaatse〈 formeel〉 au lieu que 〈+ aantonende wijs〉 • terwijl (daarentegen); 〈+ aanvoegende wijs〉 in plaats dat2 vider les lieus • de woning, zaal (enz.) ontruimen, ophoepelenen dernier lieu • ten slotteen premier lieu • in, op de eerste plaatsavoir lieu de • reden hebben omdonner lieu à • aanleiding geven totdonner lieu à une demande • gevolg geven aan een verzoekil y a tout lieu de • er is alle reden om1. m1) plaats, plek2) aanleiding2. lieuxm plwoning, pand -
10 mettre qc. en lieu sûr
mettre qc. en lieu sûriets veilig opbergen, achter slot en grendel stoppen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский